Ave Messias
Ave Messias
(n.a.v. 2 Samuël 23:1-7; melodie Psalm 110)
Zo spreekt de zanger, door God hoog verheven,
hij die geliefd is in heel Israël,
door psalmen die hij kunstig heeft geschreven,
hij die gezalfd is op Gods hoog bevel:
De Geest helpt mij de goede dingen zeggen.
Hij geeft de juiste woorden in mijn mond:
‘Er komt een koning over alle mensen!
Rechtvaardig heerst hij naar Gods trouwverbond.’
Hij zal het gouden licht van God doen stralen,
zoals de roodgekleurde morgenzon
aan wolkeloze lucht, zonder te dralen,
het jonge groen verwarmt in goede grond.
Mijn koningshuis is door de HEER gezegend
om zo een licht te zijn onder Gods volk.
God gaf mij zijn verbond, zal ’t niet verbreken.
Van dat geschreven woord ben ik een tolk.
Op ’s HEREN trouw kan ik mij steeds verlaten.
Hij zal mij helpen. Dat is mijn geluk!
Maar wie onwaardig zijn, de onverlaten,
maakt God de HERE eigenhandig stuk.
Vanuit de verte groet ik u, Messias.
U bent de telg die uit mijn stronk ontspruit,
om over alle volkeren te heersen.
Wij loven u met harp en trom en fluit.